Hoofdstuk 9 Hercoderen van variabelen
9.1 Intro
Een veel voorkomende manier van het hercoderen van items is omschalen (inversion). Bijvoorbeeld, als antwoorden zijn gescoord op een schaal van 1-5, dan zal na hercodering, 1 een 5 worden, 2 een 4, 4 een 2, en 5 een 1.
Dit kan op verschillende manieren:
- Neem de maximum waarde +1 en trek daar alle waarden van af (dus om scores op een 1-5 schaal om te schalen, trekt u alle waardes af van 6 om tot de hergecodeerde waarden te komen)
- Voor elke waarde apart specificeren wat de nieuwe waarde moet zijn.
De tweede methode kun je gebruiken voor alle varianten van hercoderen, bijvoorbeeld als u groepen in categorieën wilt indelen of scores handmatig wilt wijzigen.
In dit hoofdstuk zullen beide methoden aan bod komen. Houd bij het maken van de nieuwe namen voor de variabelen de richtlijnen in gedachte voor het maken van geschikte namen.
9.2 jamovi
9.2.1 aftrekken
Ga naar de Data
tabblad en klik daar op Compute
. Hiermee kan er een nieuwe variabele worden berekend, die u een zelf gekozen naam kunt geven en waaraan u een beschrijving kunt toevoegen. In het tekstveld rechtsonder kunt u vervolgens aangeven hoe de nieuwe variabele gemaakt moet worden.
In dit geval specificeert u het getal waar u alle waarden van af wil trekken (voor het voorbeeld, 8
), een minteken, en de variabele die aangepast wordt (highDose_IntentionRAA_intention
). Het gehele tekstvak zegt dan dus: 8 - highDose_IntentionRAA_intention
9.2.2 handmatig specificeren
Ga naar de Data
tabblad en klik daar op Transform
. In het dropdown menu gelabeld “Source variable” kunt u de variabele selecteren die u wilt aanpassen. In het tekstveld bovenaan kunt u de nieuwe naam opgeven van de getransformeerde variabele. Vervolgens kunt u in het dropdown menu gelabeld “using transform” op “Create new transform…” klikken.
Als je deze transformatie wilt toepassen op meerdere variabelen, dan kunt u deze transformatie een bepaalde naam geven in de box onder “TRANSFORM”. Klik dan op “Add recode condition” om een nieuwe transformatie toe te voegen. Voeg net zo veel condities toe als het aantal labels dat u wilt aanpassen (in ons voorbeeld zijn dat er 7).
Specificeer vervolgens de link tussen $source
en use
en welke waarden daarbij horen.
Voor dit voorbeeld krijg je de volgende 7 condities:
if $source == 1 use 7
if $source == 2 use 6
if $source == 3 use 5
if $source == 4 use 4
if $source == 5 use 3
if $source == 6 use 2
if $source == 7 use 1
In de laatste rij staat “else use
”, dit kunt u gebruiken om een waarde te geven aan alle overige observaties die niet binnen één van deze categorieën vallen. Zo zou missing data bijvoorbeeld de waarde 99
kunnen krijgen.
9.3 R
9.3.1 aftrekken
Om alle waarden van de maximum waarde +1 (in dit geval, 8
) af te trekken, kun je het volgende commando gebruiken (let erop dat voor dit voorbeeld de dataset onder de naam dat
moet zijn geïmporteerd):
dat$highDose_IntentionRAA_intention_recoded <-
8 - dat$highDose_IntentionRAA_intention;
9.3.2 handmatig specificeren
Om handmatig data te hercoderen kun je het volgende commando gebruiken (hiervoor moet de rosetta package zijn geïnstalleerd en de data onder de naam dat
zijn opgeslagen):
dat$highDose_IntentionRAA_intention_recoded <-
rosetta::recode(
dat$highDose_IntentionRAA_intention,
"1=7; 2=6; 3=5; 4=4; 5=3; 6=2; 7=1"
);