Hoofdstuk 43 Literatuurverwijzingen en plagiaat

Auteurs: Jenny van Beek, Natascha de Hoog en de Open Universiteit; laatste update: 2024-03-13

In dit hoofdstuk wordt besproken:
  • literatuur verwijzingen
  • plagiaat.
Deze stof wordt behandeld in de volgende Open Universiteitscursus(sen):
  • Literatuurstudie (PB0712)
  • Onderzoekspracticum cross-sectioneel onderzoek (PB0812)

Omdat je bij het schrijven over een sociaalwetenschappelijk onderwerp veelvuldig gebruik zult maken van de teksten van anderen, is het van belang zorgvuldig met die bronnen om te gaan. Binnen de psychologie is het gebruikelijk bronverwijzingen volgens de regels van de American Psychological Association (APA) op te nemen.

43.1 Teksten van anderen

Bij het schrijven van een werkstuk ontkom je er meestal niet aan teksten van anderen te gebruiken. Zo gebruik je voor de onderbouwing van jouw theorieën vaak wetenschappelijke onderzoeksartikelen of eerder gepubliceerde rapporten. Aan het gebruik van teksten van anderen zijn echter enkele voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn gebaseerd op respect voor andermans intellectuele eigendom, één van de basisnormen binnen de wetenschap. Hieronder wordt beschreven aan welke voorwaarden een werkstuk moet voldoen om tot eigen werk te worden gerekend.

Schrijf je eigen teksten

Als je je baseert op teksten (of andere bronnen) van anderen of uit systemen gebaseerd op kunstmatige intelligentie, formuleer dan in eigen woorden de boodschap voor de lezer. Neem nooit letterlijk één of meerdere zinnen over van een artikel, website, Wikipedia-pagina, large language models (zoals ChatGPT), een verslag van een medestudent of welke andere bron dan ook. Je mag ook niet één of enkele zinnen kopiëren en die dan iets aanpassen zodat ze niet meer letterlijk hetzelfde zijn als in het origineel en/of beter lopen in je eigen verslag.

Vermeld altijd de bron waaruit informatie afkomstig is

Dit geldt ook als je de informatie in eigen woorden hebt opgeschreven of geparafraseerd. Binnen de sociale wetenschappen is het gebruikelijk deze bronverwijzing volgens de conventies van de American Psychological Association (APA) op te nemen in je werkstuk. Je geeft in de tekst, meteen na de gegeven informatie, aan van wie het beschreven idee afkomstig is. Large language models, zoals ChatGPT, kunnen nooit als bron gelden omdat van teksten die zijn gegenereerd door kunstmatige intelligentie per definitie onduidelijk is uit welke bronnen deze afkomstig zijn. De volledige bronvermelding staat in de literatuurlijst die aan het eind van het werkstuk of artikel gegeven wordt. Een literatuurlijst zonder verwijzingen in de tekst volstaat niet, omdat hiermee niet achterhaald kan worden van wie ideeën of teksten afkomstig zijn.

In principe moet je bij elke bewering een bronvermelding noemen, tenzij de informatie vanzelfsprekend is of algemeen bekend verondersteld mag worden. Kies in geval van twijfel altijd de veilige weg, en noem de bron. Om te voorkomen dat je achteraf niet meer weet welke informatie uit welke bron afkomstig is, is het aan te raden al vanaf het begin van het schrijfproces de bronnen zorgvuldig bij te houden.

43.2 Plagiaat

Als bij gebruik van teksten (of andere bronnen) van anderen niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, kan er sprake zijn van plagiaat. De Commissie voor examens van de OU definieert plagiaat als volgt:

Artikel 2.3.3 Definitie plagiaat

  1. Plagiaat is een vorm van fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW en doet zich voor als een tentamenkandidaat het werk van anderen als eigen werk presenteert.

  2. In ieder geval worden de volgende gedragingen als plagiaat aangemerkt:

  1. Het gebruikmaken dan wel overnemen van andermans teksten, gegevens, ideeën of content gegenereerd middels kunstmatige intelligentie zonder volledige en correcte bronvermelding, ongeacht of er al dan niet sprake is van een vertaling.

  2. Het parafraseren van andermans teksten of andersmans werk (al dan niet met behulp van kunstmatige intelligentie) zonder voldoende bronvermelding.

  3. Het indienen van een eerder ingediende of daarmee vergelijkbare tekst voor opdrachten van andere examenonderdelen.

  4. Het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk.

  5. Het indienen van werkstukken of afstudeeropdrachten die (al dan niet tegen betaling) – geheel of gedeeltelijk – door een derde zijn geschreven (ghost writing).

Plagiaat is een vorm van fraude, die bestraft kan worden met maatregelen die door de Commissie voor examens worden vastgesteld. Vaak is het plegen van plagiaat geen kwade opzet, maar eerder onwetendheid of slordigheid in de omgang met informatie van anderen. Neem daarom voor het schrijven van teksten, werkstukken of scripties goed kennis van bovenstaande punten, zodat je niet per ongeluk plagiaat pleegt. Om er zeker van te zijn dat de tekst die je inlevert als opdracht bij deze cursus jouw eigen werk is, vragen we je bij het inleveren van een opdracht meestal een verklaring af te leggen omtrent wetenschappelijke integriteit, ethiek en wetgeving. Hierin verklaar je niet geplagieerd te hebben en op te hoogte te zijn en te handelen naar de code wetenschapsbeoefening van de UNL/VSNU en de beroepscode van het NIP. Tevens zal een opdracht altijd gecontroleerd worden met plagiaatsoftware.

43.2.1 Voorbeelden

Hieronder staat een voorbeeld genoemd om bovenstaande punten te verduidelijken.

Oorspronkelijke tekst (Brysbaert, 2006): Psychologen proberen menselijk gedrag te begrijpen. Hiervoor zullen ze het gedrag op een systematische manier observeren en kijken hoe het beïnvloed wordt door gebeurtenissen in de omgeving (die ze soms zelf aanbrengen). Bovendien zullen ze proberen dit gedrag te begrijpen. (…). Om inzicht in het gedrag te krijgen, moet men het niet alleen observeren en meten, maar ook theorieën opstellen over de interne, onzichtbare processen en motieven die eraan ten grondslag liggen. We kunnen psychologie dan ook als volgt definiëren: Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen. Merk op dat deze definitie van de psychologie grote overeenkomst vertoont met de definitie van andere wetenschappen. (…) Net als andere wetenschappers proberen psychologen dus door systematische observatie van meetbare kenmerken inzicht te krijgen in de processen die niet rechtstreeks te observeren vallen (de interne processen).

Parafrase: Binnen de psychologie maakt men, net als in andere wetenschappen, gebruik van systematische observatie van meetbare kenmerken (bijvoorbeeld het gedrag) om inzicht te krijgen in processen die niet direct te meten zijn (Brysbaert, 2006).

Bij een parafrase is de uitspraak van de auteur in eigen woorden samengevat. Hierachter staat een bronvermelding die is opgemaakt volgens de richtlijnen van de APA (naam auteur, jaartal). De volledige bronvermelding staat in de literatuurlijst achteraan in het werkstuk of artikel.

Niet acceptabele parafrase: Het valt op dat deze definitie van de psychologie erg lijkt op de definitie van andere wetenschappen. Net als andere wetenschappers proberen psychologen door systematische observatie van meetbare kenmerken inzicht te krijgen in de processen die niet rechtstreeks te observeren vallen (de interne processen).

Hier worden twee fouten gemaakt. In deze parafrase zijn slechts een paar woorden veranderd (terwijl een parafrase een beschrijving dient te geven in eigen woorden) en er wordt geen verwijzing gegeven.

43.3 Wees integer

Elk wetenschappelijk onderzoek moet integer gebeuren. Dit geldt ook voor verslaglegging van wetenschappelijk onderzoek wat in deze cursus centraal staat. Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit geeft invulling aan hoe dit moet gebeuren. Deze gedragscode is gebaseerd op vijf principes: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Deze principes zijn concreet gemaakt in een aantal normen. Hieronder volgt een aantal normen dat specifiek van belang is voor de verslaglegging van wetenschappelijk onderzoek, en daarmee ook voor het gebruik van onderzoek om argumenten op te stellen voor een inleiding van een onderzoeksverslag. Lees deze goed door.

  1. Presenteer op zorgvuldige wijze bronnen, data en argumenten.
  2. Wees helder over de resultaten en conclusies en over de reikwijdte daarvan.
  3. Wees expliciet over onzekerheden en contra-indicaties en trek geen ongefundeerde conclusies.
  4. Wees expliciet over serieuze alternatieve inzichten die relevant kunnen zijn voor de interpretatie van de data en de onderzoeksresultaten.
  5. Doe bij het overnemen van ideeën, procedures, resultaten en tekst recht aan het betrokken wetenschappelijk werk van anderen en verwijs zorgvuldig naar de bron.
  6. Vermijd overbodige referenties en maak de bibliografie niet onnodig lang.

Zie ook bovengenoemde gedragscode, pp. 17-18.

Integriteit vormt ook een basisprincipe van de beroepscode van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP). Artikel 11 stelt daarover: “Psychologen streven naar integriteit in de wetenschapsbeoefening, het onderwijs en de toepassing van de psychologie. (…)”. Twee artikelen uit de beroepscode van het NIP die specifiek hierop ingaan, zijn de volgende:

Artikel 46 Bronvermelding

Bij het presenteren of publiceren van bevindingen vermelden psychologen op passende wijze de bronnen waaruit zij hebben geput, voor zover deze bevindingen niet voortkomen uit eigen professionele werkzaamheden. Dit geldt zowel voor schriftelijke als voor mondelinge presentaties of publicaties.

Artikel 47 Zorgvuldigheid in het verkrijgen en weergeven van gegevens

Psychologen zijn zorgvuldig in het verkrijgen en het statistisch bewerken van gegevens en in het weergeven en het verklaren van de resultaten.

43.4 Large language models

Eind 2022 werd ChatGPT populair, een Large Language Model (LLM; een statistisch model om tekst te voorspellen) waarmee met behulp van zogenaamde “prompts” teksten gegenereerd kunnen worden. Het is niet toegestaan om verslagen te schrijven met ChatGPT of met een ander LLM. Bij het inleveren van jouw eindproduct moet je een Verklaring Wetenschappelijke Integriteit, Ethiek, en Wetgeving inleveren: daarin verklaar je dat het werkstuk geheel jouw eigen werk is. Als je de teksten laat genereren door een computer (dus, door een LLM), dan zijn die teksten niet jouw eigen werk.

In de toekomst wordt ons onderwijs wellicht aangepast, zodat het gebruik van LLMs onderdeel van het onderwijs wordt. Op dit moment is dit echter nog niet het geval, en het gebruik van LLMs (zoals ChatGPT, andere versies van GPT, en andere modellen die tekst genereren) om delen van jouw verslag te produceren is dus verboden.

43.5 Andere onethische schrijfpraktijken

Tot slot, een noot over auteursrecht. Merk op dat naast plagiaat ook andere onethische schrijfpraktijken verboden zijn, zoals het delen of openbaar maken van tentamenuitwerkingen. De tentamenopdrachten, de casussen en beoordelingen zijn door de docenten van de Open Universiteit gemaakt. Dit betekent dat de auteursrechten van deze materialen bij de Open Universiteit berusten. Het is daarom verboden (behoudens voor eigen studie, oefening of gebruik) om dit onderwijsmateriaal openbaar te maken, te verveelvoudigen en/of – al dan niet tegen een geldelijke vergoeding – door te verkopen. Indien de Open Universiteit constateert dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht zal zij passende juridische actie ondernemen en de geleden schade verhalen op de inbreukmaker(s).

43.6 Opmaak van literatuurverwijzingen volgens de richtlijnen van de APA

Het doel van een precieze bronvermelding is dat de bronnen traceerbaar zijn. Dit betekent allereerst dat bronvermeldingen volledig moeten zijn. Bij artikelen verwijst je naar auteurs, het titel van het onderzoek, het tijdschrift waarin het gepubliceerd is, het volumenummer, issuenummer, paginanummers en de digital object identifier (doi) van het artikel (een link waarmee een artikel altijd vindbaar is). Weet je niet waar je de doi kunt vinden, lees dan de blogpost A DOI primer.

Bij boeken verwijs je onder andere naar auteurs, naam van het boek en de uitgever. Als het een boek of rapport betreft dat je digitaal hebt opgehaald van een website, verwijs je daarnaast naar de desbetreffende website.

Alle bronnen waarnaar je verwijst in de tekst, moeten opgenomen worden in de literatuurlijst. En vice versa: de literatuurlijst moet enkel bronnen bevatten waarnaar ook in de tekst wordt verwezen.

Op welke wijze de bronvermeldingen moeten worden opgenomen in de tekst en literatuurlijst verschilt per discipline. Binnen de psychologie en de onderwijswetenschappen is het gebruikelijk om bronverwijzingen volgens de regels van de American Psychological Association (APA) op te maken. In de Publication Manual, het naslagboek bij deze cursus, lees je alles over de vormgeving van de literatuurverwijzingen in de tekst en de literatuurlijst volgens de APA-normen.

Alle richtlijnen zijn terug te vinden in de Publication Manual van de American Psychological Association (APA) gekregen. Handig om te weten is dat de zevende editie van de APA-manual ook vrijwel geheel online te vinden is via de website van de APA (tabblad ‘Style en Grammar Guidelines’). Vervolgens kun je navigeren naar ‘In-text citations’ (om informatie te verkrijgen hoe bronvermeldingen in de lopende tekst opgenomen moeten worden) en ‘References’ (voor informatie over de opmaak van bronvermeldingen in de literatuurlijst).

Een andere handige website met informatie over APA-richtlijnen bij de opmaak van bronvermeldingen (in tekst en literatuurlijst) is die van Purdue. Navigeer via de tabbladen links naar de gewenste informatie.

43.6.1 Veelgemaakte fouten bij de opmaak van literatuurverwijzingen

Het opmaken van literatuurverwijzingen volgens de APA-richtlijnen is een precisiewerkje waarbij gemakkelijk fouten worden gemaakt. Onderstaand overzicht van veelgemaakte fouten bij de opmaak van literatuurverwijzingen is bedoeld je hierbij te helpen. Bekijk deze overzichten goed en controleer en verbeter je eigen verwijzingen op deze veelgemaakte fouten.

  • Literatuurlijst heeft geen correct kopje. Correct is Referenties.

  • Referenties in literatuurlijst staan ten onrechte niet in alfabetische volgorde. Merk op dat de Angelsaksische weergave wordt gebruikt, waarbij een bron van Van Lankveld onder de V komt te staan (niet onder de L).

  • Er wordt ten onrechte niet omgekeerd ingesprongen (in Word, ga naar “Alinea” en kies bij “Inspringen” onder “Speciaal” voor “verkeerd-om”).

  • De literatuurlijst bevat ten onrechte witregels tussen de referenties (een nieuwe referentie dient onderscheiden te worden door omgekeerd inspringen te gebruiken; zie hierboven).

  • Punten en komma’s ontbreken of staan op de verkeerde plek.

  • De laatste auteur wordt ten onrechte niet voorafgegaan door , &

  • De referentie bevat ten onrechte ook (uitgeschreven) voornamen van de auteurs: de voornamen moeten worden worden afgekort tot voorletters.

  • Tijdschriftnamen worden ten onrechte niet weergeven in title case (alle belangrijke woorden van de titel van het tijdschrift moeten met een hoofdletter); voor meer uitleg over het gebruik van title case, zie hier. Titels van onderzoeksartikelen worden ten onrechte in title case gegeven. Bij de titel van een onderzoeksartikel moet enkel het eerste woord met een hoofdletter geschreven worden; dit wordt sentence case genoemd. Voor meer uitleg over het gebruik van sentence case, zie hier.

  • De naam van het tijdschrift wordt afgekort (deze moet volledig uitgeschreven worden).

  • De naam van het tijdschrift + volumenummer worden ten onrechte niet cursief weergegeven.

  • De titel van een boek wordt ten onrechte niet cursief weergegeven. Merk op dat bij elke referentie iets cursief moet worden weergegeven.

  • Volumenummers worden verkeerd aangegeven (enkel nummer is voldoende, let op interpunctie).

  • Issuenummer ontbreken of worden niet correct weergegeven. Deze moeten direct achter het volumenummer geplaatst worden, tussen haakjes, zonder spatie, in een niet-cursief lettertype.

  • Paginanummers kloppen niet: de meeste artikelen hebben een reeks van paginanummers (bijv. 28-39). Dubbelcheck daarom paginanummers van referenties die uit slechts 1 pagina zouden bestaan (meestal klopt dit niet en hebt je enkel de beginpagina aangegeven en mist nog de eindpagina). Sommige artikelen hebben geen paginanummers, maar enkel een artikelaanduiding. Dit moet dan achter Article staan. Voor meer informatie over de weergave van artikelnummers, zie hier.

  • doi’s (digitale object identifiers) ontbreken of worden verkeerd weergegeven. doi’s zijn vaak te vinden op de eerste pagina van het artikel en moeten worden weergegeven als een gewone website, dus voorafgegaan door https://doi.org/ (en daarachter het doi-nummer). Een voorbeeld: https://doi.org/10.1037/0022-3514.93.6.1011 De link naar een website is niet algemeen toegankelijk. Vermeld een doi (digital object identifier) voor alle bronnen waarvoor deze beschikbaar is. Als geen doi beschikbaar is en/of je wilt verwijzen naar een andere link waarmee het artikel of rapport beschikbaar is, let er dan op dat je een link geeft die direct toegang geeft tot de bron (zonder te moeten inloggen). Foutief is om bijvoorbeeld een EBSCO-hostlink toe te voegen naar een bron omdat deze link enkel werkt met jouw specifieke inloggegevens.

  • De verwijzing naar websites klopt niet. Een veelvoorkomende fout is dat de naam van de website wordt geplaatst op de plek van de auteur. Hanteer zoveel mogelijk de vorm: Auteur (jaartal). Titel stuk. website De naam van corporatieve auteurs wordt foutief weergegeven. Een correct voorbeeld is: American Psychological Association. (2018). (met daarna de rest van de verwijzing). Let dus op de punt achter de corporatieve auteur. Foutief is: American Psychological Association (2018) [hierbij ontbreekt de punt achter de corporatieve auteur]. Afkortingen van corporatieve auteurs dienen niet in de literatuurlijst te worden opgenomen. Dus eveneens foutief is: American Psychological Association. (APA) (2018). Of: American Psychological Association (APA). (2018). Of: APA (2018). Of: APA. (2018). Of: apa (2018). Of: apa. (2018). Bij boeken wordt ten onrechte de plaats van de uitgever gegeven (volgens de APA-7 richtlijnen hoeft enkel de naam van de uitgever genoemd te worden).

Veelgemaakte fouten bij verwijzingen in de tekst

  • Er worden ten onrechte voorletters gebruikt bij de verwijzingen.

  • Er wordt ‘en’ gebruikt i.p.v. & bij verwijzingen tussen haakjes.

  • Er wordt & gebruikt i.p.v. ‘en’ bij verwijzingen in de lopende tekst (buiten haakjes).

  • Er staat ten onrechte een punt voor het haakje openen (de punt moet na het haakje sluiten staan). Een correct voorbeeld: Zo bleek uit eerder onderzoek dat negatief affect juist geassocieerd is met lager alcoholgebruik (Van Lankveld et al., 2020). Foutief is: Zo bleek (…) lager alcoholgebruik. (Van Lankveld et al., 2020).

  • et al. wordt incorrect gebruikt. De regel is: gebruik et al. vanaf de eerste keer verwijzen bij drie of meer auteurs.

  • et al. wordt incorrect weergegeven. Let hier goed op de interpunctie. Correct is: Van Lankveld et al. (2020). Fout is: ‘et al’, evenals ‘et. al.’ of ‘et al,’ of Auteur, et al.

  • Bij verwijzingen tussen haakjes: De komma voor het jaartal ontbreekt.

  • Het jaartal volgt niet direct op et al. Correct is: “X en Y et al. (jaartal) voerden een studie hiernaar uit.”. Incorrect is: “X en Y et al. voerden een studie hiernaar uit (jaartal).”

  • Er wordt een website gegeven in de tekst i.p.v. de referentie op te maken in de vorm: Auteur (jaartal) of (Auteur, jaartal). De link naar de website moet in de literatuurlijst worden gegeven, niet in de tekst zelf. Er wordt een titel van het onderzoek/artikel gegeven i.p.v. de referentie op te maken in de vorm: Auteur (jaartal) of (Auteur, jaartal). De titel van het onderzoek/artikel hoort in de literatuurlijst te staan, niet in de tekst zelf.

  • Er worden paginanummers gegeven bij de verwijzingen in de tekst (paginanummers hoeven enkel bij citaten).